Leyland-Verheul LVB668 -Verheul
standaard streekbussen
voor niet NS-bedrijven

1967-1972
TERUG/BACK/RETOUR

Na het eerste prototype werd in september 1969 het tweede prototype als 1000 aan de NZH geleverd, waarna in november 1967 de serielevering begon. Al snel werden ook aan niet NS-bedrijven bussen van dit type geleverd. In totaal zouden dit er 63 worden, waarbij 9 exemplaren in 1971 en begin 1972 voor Verheul door Domburg werden opgebouwd. Maar ook in 1970 bouwde Domburg voor Verheul een aantal bussen af, de GVA 51-63 en M&K 516-518. Bij de in 1971/1972 door Domburg opgebouwde bussen vielen de deuren met een ander model ruiten op. Deze hadden aan een kant rechte hoeken in plaats van ronde. Ook de GVA 57-63 hadden ruiten met rechte hoeken, maar hier waren deze aan beide kanten recht. Maar ook verder trad nogal wat variatie op in deurindeling en interieur. Ook waren er bussen met een verhoogde vloer en met een ongedeelde voorruit. De semitoerbussen kregen een front met een ander model koplampen en roosters. Samengevat kan de volgende verdeling gemaakt worden:

Eerste eigenaar: Aantal: Deuren: Koplampen: Voorruit: Interieur: Opmerkingen:
prototype, NHADO 16, EBAD 98-99, NAO 25-26 6 2/2/- rond 2-delig standaard normale standaardbus
NAO 27 1 2/2/- rechthoekig 2-delig semitoer
Egberts 23, AMZ 160,183,184 4 2/-/2 rechthoekig 2-delig semitoer
WABO 30 1 2/-/2 rond 2-delig standaard
IAO 40 1 2/-/2 rond 1-delig standaard
GVA 21-23,51-56 9 2/-/2 rond 1-delig stad
GVA 57-63 7 2/-/2 rond 1-delig stad nieuw deurmodel
M&K 511-518, GTW 454-461 16 2/-/2 rond 1-delig semitoer lichtmetalen beplating
KLM 3007-3011 5 2/-/- rond 1-delig semitoer
EBAD 118-119, NAO 28-31 6 2/2/- rond 2-delig lijn nieuw deurmodel
NAO 32 1 2/2/- rechthoekig 2-delig semitoer nieuw deurmodel
Egberts 24-25 2 2/-/2 rechthoekig 2-delig semitoer nieuw deurmodel
AMZ 169-170, 181-182 4 2/-/- rechthoekig 2-delig toer verhoogde vloer

KLIK HIER VOOR EEN BOUWLIJST

Leyland-Verheul LVB668 -Verheul (niet NS-bedrijven)
Verheul prototype (later NHADO 15): Leyland-Verheul LVB668, 1967
Het Leyland-Verheul LVB668 prototype werd in 1967 uitgebreid getest. De bus week op enkele details af van de latere serieleveringen, waarbij de andere plaatsing van de parkeerlichten en richtingaanwijzers en het embleem opvielen. Nadat de levering van de 1000-serie was begonnen bleef het prototype nog bij Verheul. In december 1967 werd hij verkocht aan de NHADO in Bergen, Noord Holland, waar hij het nummer 15 kreeg. Toen de NHADO in januari 1971 naar de NACO ging kreeg de 15 daar het nummer 998, waardoor samen met de nieuwere 999 (ex NHADO 16) een aaneengesloten serie 998-1129 ontstond. In juli 1972 ging de NACO op in de NZH. De 998 reed nog ruim 10 jaar bij de NZH en diende toen nog van 1983 tot 1985 als opslagwagen, waarna hij werd afgevoerd naar het CAB.
(foto uit "De NZH 2, het busbedrijf", Alkenreeks 168).
NHADO 16: Leyland-Verheul LVB668, 1969
In april 1969 kreeg de NHADO zijn tweede standaard streekbus, de 16. Deze was volledig gelijk aan de 1000-serie van de NS bedrijven en werd meteen streekgeel geschilderd. In januari 1971 ging de NHADO op in de NACO. De 16 kreeg toen nummer 999, aansluitend aan de 1000-serie. In juli 1972 ging de NACO op in de NZH. Hier deed de 999 dienst in Noord Holland totdat hij in januari 1983 naar het CAB ging.
EBAD 98-99: Leyland-Verheul LVB668, 1968
De EBAD in Beek, Limburg, kreeg in oktober 1968 twee standaard streekbussen bij Verheul die geheel gelijk waren aan de 1000-serie van de NS-bedrijven. Wel kregen ze lichtblauwe schortplaten als verwijzing naar de EBAD kleuren lichtgeel en blauw. Bij de vorming van het VSL in 1978 bleven deze twee bussen bij de EBAD, nu Ebatours, waar ze gebruikt werden als groepsvervoerwagens tot het failliessement van het berdijf in 1982.
EBAD 118-119: Leyland-Verheul LVB668, 1972
In maart en april 1972 kreeg de EBAD weer twee standaard streekbussen. Deze waren door Domburg in opdracht van Verheul (Leyland Nederland) gebouwd en waren, met de NAO 32, de laatste officieel als Verheul gebouwde bussen. Ze waren in de normale standaarduitvoering maar hadden de deuren met rechthoekige ruiten, zoals alle door Domurg opgebouwde bussen. In januari 1978 gingen de EBAD lijndiensten naar de NAO, die in april 1978 werd overgenomen door de LTM, waarna het geheel verder ging onder de naam Verenigd Streekvervoer Limburg. De EBAD 118 en 119 werden korte tijd de NAO 118-119 en toen de VSL 2-167 en 2-168. Hierbij kregen ze ook nog de administratieve centrale nummers 33 en 34. De 167 werd in 1983 gesloopt, de 168 werd in 1984 verkocht aan IAO-Van Kan waar hij nummer 57 kreeg. In 1990 werd hij verkocht. Bij de EBAD hadden ze lichtblauwe schortplaten. Bij het VSL werden deze normaal grijs geschilderd.
NAO 25-26: Leyland-Verheul LVB668, 1968
De NAO in Roermond kreeg in 1968 zijn eerste twee standaard streekbussen. Deze waren volledig gelijk aan de 1000-serie bussen voor de NS-bedrijven, maar waren nog in de grijze NAO kleur geschilderd. Pas later werden ze standaardgeel. In april 1978 ging de NAO op in het VSL en kregen deze bussen de VSL nummers 8-25 en 8-26, waarbij de vroegere NAO nummers tevens de administratieve centrale nummers werden. In juni 1983 werden ze samen afgevoerd voor sloop.
NAO 27: Leyland-Verheul LVB668, 1969
In april 1969 kocht de NAO weer een standaard streekbus, maar deze keer als semitoerbus. Hij had een wat ander interieur en de rechthoekige koplampen. Hij werd grijs geleverd, maar werd later streekgeel, aanvankelijk met bruine in plaats van grijze schortplaten. De capaciteit was met 51 zitplaatsen twee plaatsen meer dan in de standaarduitvoering. In 1978 werd deze bus de VSL 9-27 (administratief centraal nummer 27). In juli 1984 werd hij voor export naar Zaire verkocht.

NAO 28-29: Leyland-Verheul LVB668, 1971
NAO 30-31: Leyland-Verheul LVB668, 1972

In december 1971 en januari 1972 kreeg de NAO normaals vier standaardstreekbussen van Verheul. Deze waren opgebouwd door Domburg, in opdracht van Verheul, en hadden de deuren met rechthoekige ruiten. Verder waren ze in de normale standaarduitvoering, maar werden in de grijze bedrijfskleur geleverd en pas later geel geschilderd. In 1978 werden het de VSL 1-28, 1-29, 1-30 en 1-31 (centrale nummers 28-31). De 29 werd in 1983 voor sloop verkocht, de 28, 30 en 31 werden voor export naar Zaire verkocht in 1984 en 1985.

Foto grijze nr 30: Jan Emmelkamp

NAO 32: Leyland-Verheul LVB668, 1972
Als laatste Verheul standaard streekbus kreeg de NAO in maart 1972 nog de 32. Net als de 27 was deze uitgerust als semitoerbus met een comfortabeler interieur. Ook had hij de rechthoekige koplampen en bovendien een open rooster in het front, wat de 27 niet had. Hij werd in de grijze kleur geleverd en later vergeeld. In 1978 werd hij de VSL 2-32 (centraal nummer 32) en in juli 1984 werd hij naar Zaire verkocht.
Egberts 23: Leyland-Verheul LVB668, 1968
In maart 1968 kocht Egberts uit Millingen aan de Rijn voor de lijndienst naar Nijmegen een standaard streekbus van Verheul. Deze had een achteruitstap en was in de blauwe Egberts kleuren geschilderd. Hij had een comfortabeler type banken dan de normale standaardbus, met kopsteunen. Ook had hij de rechthoekige koplampeneenheden zoals andere semitoerbussen. Per 1 januari 1981 werd Egberts overgenomen door de ZO. Ook de 23 ging mee, werd geel geschilderd en kreeg het centrale nummer 1143. In januari 1982 ging hij buiten dienst en in 1983 werd hij verkocht.
Egberts 24-25: Leyland-Verheul LVB668, 1971
In november en december 1971 kreeg Egberts nogmaals twee Verheul standaard streekbussen. Deze waren na de brand bij Verheul gebouwd en kwamen dus waarschijnlijk uit de fabriek van Domburg. Ook deze twee bussen hadden de semitoerbuskoplampen, comfortabelere stoelen, achteruitstap en blauwe kleur van de 23 uit 1968. Ze verschilden van de 23 door een ander rooster in het front en door de deuren met ramen met rechte hoeken aan de binnenkant, zoals alle in 1971 gebouwde bussen die hadden. Per 1 januari 1981 gingen ze naar de ZO, werden geel geschilderd en kregen de centrale nummers 1144 en 1145. De 1145 ging in april 1983 naar een sloper. De 1144 werd in mei 1983 verkocht aan de VAGU waar hij het nummer 63 kreeg. De VAGU zette er het oude interieur van de 55 in en verving de koplampen door de normale ronde exemplaren. Lang hield hij het bij de VAGU ook niet meer uit, want in december 1983 werd hij gesloopt.
AMZ-De Muynck 160: Leyland-Verheul LVB668, 1968
AMZ-De Muynck 183: Leyland-Verheul LVB668, 1969
AMZ-De Muynck 184: Leyland-Verheul LVB668, 1970
AMZ-De Muynck uit Borssele kocht 3 standaard streekbussen bij Verheul in een semitoerversie met achteruitstap, comfortabelere stoelen en de rechthoekige toerkoplampen. Ze kregen de toenmalige toerkleuren van de AMZ, wit met rode strepen. Bus 160 was gebouwd met componenten van Leyland Worldmaster 33 uit 1956. De 183 en 184 werden in 1986 afgevoerd, de 160 pas in 1989. Twee van deze bussen hadden een Wilson versnellingsbak, de derde niet.
AMZ-De Baar & Leenderste 169-170: Leyland-Verheul LVB668, 1968
AMZ-De Muynck 181-182: Leyland-Verheul LVB668, 1968
Twee AMZ bedrijven kochten in 1968 4 bussen bij Verheul die waren uitgevoerd als toerwagens. Ze hadden slechts één deur, een verhoogd passagiersdeel met "knik" in het dak, een toerinterieur en het toerfront met de grille en rechthoekige koplampen. De 169 en 170 waren gebouwd met gebruikmaking van oude componenten. Ze waren in de toerkleuren wit met rode strepen. De 170 werd in 1987 verkocht, de 181 werd in 1976 verkocht aan Smit in Harderwijk, waar hij nummer 7 kreeg. In 1979 werd hij voor export verkocht, naar het schijnt naar Oeganda. De 182 verdween in 1986. De169 had een heel wat gevarieerder bestaan. Hij werd in 1977 aan Egberts verkocht die hem wit met blauw schilderde, het nummer 30 gaf en gebruikte voor dagtochten. Per 1 januari 1981 ging hij naar de ZO waar hij geel werd en nummer 1149 kreeg. In februari 1982 ging hij, met verschillende andere ZO bussen naar de ZWN, dat tijdelijk een groot aantal extra bussen nodig had in afwachting van de opening van de metro naar Spijkenisse. Hier bleef hij tot november 1985 toen hij naar het CAB ging. In december 1985 werd hij verkocht aan Theater Rozijn in Oosterbeek, waar hij met nummer 11 nog en aantal jaren gereden heeft.
WABO 30: Leyland-Verheul LVB668, 1968
Ook de WABO uit Wijk bij Duurstede kreeg één Leyland-Verheul LVB668 standaard streekbus in 1968. Hij kreeg een achteruitstap en had 47 zitplaatsen. Hij was weliswaar streekgeel geschilderd, maar had een zeer licht crème (bijna witte) schortplaten en band onder de ramen. Ook had hij een groene streep op de schortplaten. In september 1981 ging hij mee over naar Centraal Nederland, waar hij nog tot 1983 in gebruik bleef in de WABO-kleuren.
IAO-Romkes 40: Leyland-Verheul LVB668, 1968
De IAO kocht bus 40 met achteruitstap en ongedeelde voorruit in september 1968. Hij was aanvankelijk in de rood-gele IAO kleuren, maar werd overgeschilderd in het streekgeel. De extra sierlijsten op de bumper werden later verwijderd, waarbij de bumper ook geel werd geschilderd. In maart 1984 ging hij naar de sloop. Deze bus was eind 1968 te zien op de bus en truck show in Parijs.
GVA 21-23: Leyland-Verheul LVB668, 1968
GVA 51-53: Leyland-Verheul LVB668, 1969
GVA 54-56: Leyland-Verheul LVB668, 1969
Het Gemeente Vervoerbedrijf Arnhem kocht in de periode 1968-1970 16 Leyland-Verheul standaard streekbussen. Deze hadden een grote, ongedeelde voorruit. De uitstap was achterin geplaatst en ze hadden de donkerbruine banken, zoals gebuikelijk in Arnhem. De deuren waren electrisch, net als bij de trolleybussen. De bussen 51-63 waren afgebouwd door Domburg, in opdracht van Verheul. De 21-23 hadden 45 zitplaatsen, de 51-63 hadden er maar 39 doordat aan een kant een enkel rij banken was geplaatst. De bussen waren in het donkerblauw met wit. De bussen 21-23 en 51-56 hadden de normale deuren, de 57-63 hadden deuren met ruieten die rechte hoeken hadden. Bus 23 werd in 1981 verbouwd tot informatiebus, werd lichtblauw en kreeg nummer 1. De 21 werd in 1980 safaribus in Burger's Zoo en de 22 werd museumbus bij de MUSA. De overige bussen werden in 1980-1982 gesloopt. Infobus 1 werd in 1984 afgevoerd.
GVA 57-63: Leyland-Verheul LVB668, 1970
De bussen 57-63 waren gelijk aan de 51-56 maar hadden deuren met ruiten die rechte hoeken hadden aan beide kanten. Ook hadden ze een modernere versnellingsbak met en kleiner console. De 60-63 kregen in 1982 nog een nieuw interieur en werden in de nieuwe lichtblauwe kleur geschilderd. De niet verbouwde bussen werden in 1980-1982 gesloopt, de verbouwde 60-63 verdwenen in 1984.
M&K 511-515: Leyland-Verheul LVB668, 1968
M&K 516-518: Leyland-Verheul LVB668, 1970
Maarse & Kroon uit Aalsmeer kocht in 1968 en 1970 respectievelijk 5 en 3 standaard streekbussen. Deze waren aangepast aan de bij M&K gebruikelijke uitvoering, met een achterdeur en gedeeltelijk metalen sierbeplating. Ook hadden ze een ongedeelde voorruit en een kleine filmkast onder de eerste zijruit. De 516-518 waren bij Domburg afgebouwd, maar verschilden niet van de 511-515. Ze waren in de M&K kleur wit met grijze schortplaten, maar werden later geel waarbij ook de metalen sierbeplating meegeschilderd werd. Ze hadden smalle rechthoekige achterlichten in plaats van de gebruikelijke ronde. In juni 1973 gingen ze bij de fusie met de NBM over naar Centraal Nederland, waar ze in de periode 1981-1984 werden afgevoerd. Bij CN werden ze ook buiten het oude M&K gebied ingezet, bijvoorbeeld vanuit Rhenen.
GTW 454-461: Leyland-Verheul LVB668, 1968/1969
Eind zestiger jaren kochten de GTW en M&K enkele malen hetzelfde type bussen. Zo werden in januari-maart 1969 de 454-461 geleverd die gelijk waren aan de M&K 511-518. Ze hadden de lichtmetalen sierbeplating, zijfilmkastje, achteruitstap en ongedeelde voorruit. Wel hadden ze de gewone ronde achterlichten en een GTW-interieur. Ze kwamen in de bekende okerbuine GTW kleur. In september1977 werd de GTW de GSM en in 1978 kregen ze de centrale nummers 1135-1142. Enkele (1135-1137) werden geel geschilderd en kregen stoelen met rode skai bekleding. De 1137, 1140-1142 werden in 1979 tijdelijk verhuurd aan het GVA, de 1142 ook nog aan de DVM. In 183 werd de 1142 afgevoerd, de rest volgde in 1984.
KLM 3007-3011: Leyland-Verheul LVB668, 1969
Voor de lijndiensten vanuit Schiphol kreeg de KLM in januari-maart 1969 de serie 3007-3011. Deze bussen waren door Verheul gebouwde standaard exemplaren met alleen een voordeur. Ook hadden ze de ongedeelde voorruit en een front met rooster, hoewel ze wel de normale ronde koplampen hadden. Ze waren KLM-blauw. De 3007-3009 hadden een bagarek en 39 zitplaatsen, zonder staanplaatsen. De 3010-3011 hadden 45 zit- en 24 staanplaatsen. In 1973/1974 werden ze omgebouwd, waarbij de voordeur verplaatst werd naar achteren en ze allemaal een groot bagagerek kregen. De capaciteit werd daarbij voor de hele serie 41 zit- en 30 staanplaatsen. Lang hebben ze daarna niet meer bij de KLM gereden want in 1975-1978 werden ze verkocht. De 3008 ging voor sloop naar het CAB na een ongeval, de 3009 werd de Meering 26 en werd daar in 1981 afgevoerd. De 3007, 3010 en 3011 werden verkocht aan Van Kooten in Kootwijkerbroek, die de 3007 en 3011 als plukbussen gebruikte. De 3010 werd verbouwd en kreeg weer de gebruikelijk voordeur en een capaciteit van 49/28. In 1985 werd hij buiten dienst gesteld.