Verheul was in de vijftiger en zestiger jaren de toonaangevende fabriek voor openbaar vervoer bussen in Nederland. Zowel in het streek- als in het stadsvervoer reden grote aantallen Verheul bussen met gestandaardiseerde carrosserieën. Eind vijftiger jaren ontstond samenwerking met Kromhout en werden er veel bussen met Kromhout motoren gebouwd. Daarnaast was Leyland sinds het midden van de vijftiger jaren belangrijk en in mindere mate AEC. Nadat AEC de Verheul fabriek had overgenomen werd voornamelijk op dit merk gebouwd. Maar na enkele jaren werd AEC opgenomen in Leyland en werd ook Verheul onderdeel van dit concern. De semi-integrale Leyland-Verheul bussen kregen een grote verbreiding en goede reputatie. Toen midden zestiger jaren standaardisatie als een optie voor kostenreductie werd gezien, ontwikkelde Verheul een nieuw model bus voor de dochterbedrijven van de Nederlandse Spoorwegen. De basis vormde weer het bekende Leyland Royal Tiger Worldmaster chassis. De carrosserie werd hoekiger dan de voorgaande modellen en kreeg grotere ruiten, waardoor een lichte, ruim aandoende bus ontstond. Een prototype, de latere NHADO 15, werd uitgebreid getest, ook op de Leyland testbaan in Engeland. Het model werd de LVB668 genoemd, waarin LVB voor Leyland Verheul Bus staat, de 6 voor de wielbasis (6 meter) en de 68 voor de het motortype, de 0.680 met 168 pk. De bus was 11.83 m lang en had standaard 49 zitplaatsen. Er was een extra brede uitstapdeur toegepast. Nieuw was de stuurbekrachtiging. In tegenstelling tot eerdere modellen had de LVB weer een starre vooras. Als vering werden in rubber gevatte bladveren toegepast, samen met schokdempers. De serielevering begon met de 1000 voor de NZH.. Voor de NS-dochterbedrijven werden 130 van deze bussen gebouwd, voor andere bedrijven in Nederland nog eens 63, inclusief het prototype. Ook andere versies werden ontwikkeld: een serie van 12 bussen met korte wielbasis en brede instap voor Maarse & Kroon (LVB568) en 8 trolleybussen voor Arnhem. Doordat Verheul onderdeel was van Leyland kon men ook exporteren. Voor EGGED in Israël werden 111 bussen met dezelfde carrosserie gebouwd. Voor Frankrijk werd een korte stadsbus met achterin geplaatste motor ontwikkeld, de LV45. Voor Groningen en voor Harmanni in Assen werd een korte stadsbus met ondervloermotor gebouwd, de LVS560 (Leyland Verheul Stad, met 0.600-motor). Naast deze bussen op Leyland chassis werd een serie van 8 bussen op DAF B1600 chassis gebouwd voor de RTM. Eigenlijk bouwde Verheul alleen nog maar met Leyland componenten en de bouw van een bus op DAF TB chassis voor de LAD werd doorgegeven aan Domburg. Ook bouwde Domburg een aantal LVB668 bussen af voor Verheul (de GVA 57-63 en M&K 516-518). Er was ook samenwerking met BOVA uit Valkenswaard. Deze fabriek bouwde 15 van de voor Frankrijk bestemde LV45 op.
Het LVB-chassis was gebaseerd op het zware Leyland Royal Tiger Worldmaster chassis en had de Leyland 680-motor. De LVS gebruikte de lichtere 600-motor en was gebaseerd op het lichtere Leyland Leopard chassis. Dit was door Leyland geintroduceerd als een ondervloer-motor chassis tussen de lichte Leyland Tiger Cub en de zware Leyland Royal Tiger Worldmaster in. Beide gebruikten de halfautomatische pneumo-cyclic versnelling met het typische sissende geluid bij het schakelen. De LV45 was een geheel andere bus, gebaseerd op het simpele Albion Viking chassis, dat door Veheul als een semi-integrale bus werd opgebouwd. Hier werd een verticaal achterin geplaatste Leyland 400-motor gebruikt, die nogal veel plaats in beslag nam.
Het ging echter al een tijdje minder goed met Leyland en dus ook met Verheul. Omdat men de bussen voor het NS concern niet volledig aan de wensen van de NS wilde aanpassen en Den Oudsten bovendien goedkoper bleek gunde de NS de vervolgseries standaard streekbussen aan dit bedrijf. Daarnaast werd de DAF MB200 een directe concurrent van de LVB. Hierdoor viel ook in Nederland een belangrijk deel van de markt weg. Toen de fabriek in Waddinxveen op 9 december 1970 afbrandde werd de productie van complete bussen daarna niet meer hervat. Bij de brand gingen verschillende in aanbouw zijnde bussen verloren, waaronder 9 bussen voor EGGED en drie LVS560 voor Groningen (de 18-20). Verheul liet hierna echter nog een aantal bussen afbouwen door Domburg, waaronder de M&K 1601-1612, de GVBG 17, de NAO 28-32, de EBAD 118-119 en waarschijnlijk ook de Egberts 24 en 25. Voor de AMZ werden door Domburg 4 of 5 bussen opgebouwd met behulp van 8 beschadigde EGGED bussen. Hierna leverde Leyland Nederland tot begin 1974 nog het Leyland-Verheul LV45 en LVB668 chassis. De 50 LV45 chassis kregen Jonckheere carrosserieën van Jonckheere's eigen model, de LVB668 kregen standaard streekbus carrosserieën van Domburg (8x) en Van Rooijen (8x). Drie chassis kregen nog toerwagencarrosserieën van Jonckheere (2x) en Van Rooijen (1x), maar dit waren natuurlijk geen standaardbussen. Ook voor de brand in 1970 hadden al een aantal LVB668en toerwagencarrosserieën gekregen van Jonckheere, Roset en Domburg. De productie van het LVB668 chassismodel werd nog enkele jaren voortgezet door Leyland België maar werd nu aangeduid als Leyland LVB668.
In totaal leverde Verheul 356 bussen met een standaard streekbus carrosserie: 130 LVB668 voor het NS-concern als serie 1000-1129, 63 LVB668 voor andere Nederlandse bedrijven, 111 voor Israël, 12 LVB568 voor M&K, 18 LVS560 voor Groningen en Harmanni, 6 LV45 voor Frankrijk, 8 LVB6T trolleybussen en 8 DAF B1600 bussen.
Daarnaast bouwde Verheul in 1969 een prototype toerbus op Leyland-Verheul LVB668 chassis. Deze werd getoond op een show in Brno, Tsjechoslowakije, en werd daarna verkocht aan het nationale busbedrijf aldaar, de CSAD. Deze bus had een gedeeltelijke standaardcarrosserie, grotendeels gelijk aan enkele AMZ-bussen, maar had andere voorruiten, geen filmkast en een portier. BOVA bouwde in 1970 twee vrijwel identieke bussen op AEC chassis. Deze hadden ook Verheul nummers en waren in opdracht van Verheul gebouwd voor de NAM. De NAM nam er uiteindelijk slechts één af, de andere ging naar de WABO.
Alle foto's: John Veerkamp, A.v.d.Burg of C.Bos, tenzij anders vermeld.