Gedurende de zestiger jaren waren Verheul en Den Oudsten de belangrijkste leveranciers van bussen voor de dochterbedrijven van de Nederlandse Spoorwegen, zeker nadat Werkspoor was opgehouden met het bouwen van bussen en Hainje zich concentreerde op de bouw van standaard stadsbussen. Het was dan ook logisch dat de in opdracht van de NS bedrijven door Verheul ontwikkelde standaard streekbus ook door Den Oudsten gebouwd zou worden. Na de eerste order voor 130 bussen van Verheul, de serie 1000-1129 die tussen oktober 1967 en oktober 1968 werd geleverd, volgden vanaf mei 1969 de eerste standaardbussen gebouwd door Den Oudsten. Eind 1969 volgde de versie op DAF MB200 chassis, dat het belangrijkste type zou worden. Naast de Leyland en DAF chassis werden ook kleinere aantallen door Den Oudsten gebouwd op Mercedes Benz, Neoplan, Volvo en Scania chassis. In totaal bouwde Den Oudsten 4706 standaard streekbussen over een periode van 20 jaar, van 1969-1988. Ook voor Den Oudsten zelf was dit type het belangrijkste product over die periode, hoewel men wel verschillende malen probeerde met nieuwe modellen op de markt te komen. Misschien was juist het verzekerd zijn van orders en de weigering van de belangrijkste klant om iets nieuws te kopen een rem op de innovativiteit en een van de redenen waarom het Den Oudsten later ook niet meer is gelukt een goede exportmarkt op te bouwen.
Hieronder worden de door Den Oudsten gebouwde standaard streekbussen voorgesteld, waarbij in eerste instantie een verdeling per chassismerk is gemaakt. De Leylands, DAFs en Volvo's worden daarna, wegens hun grote aantallen, nog verder onderverdeeld.
|
|
De Den Oudsten bussen met Leyland componenten kregen de chassisbetiteling Leyland-Den Oudsten LOB (voor Leyland den Oudsten Bus) en hadden dezelfde Leyland componenten als de Leyland-Verheul LVB668. Tot 1991 bouwde Den Oudsten 1095 standaard streekbussen op dit chassis. Hiervan afgeleid werden ook nog 200 kortere bussen (LOS, LOSG en LOK) terwijl Den Oudsten ook nog eens 31 standaard streekbussen op andere Leyland chassis bouwde. In totaal bouwde Den Oudsten dus 1326 standaard streekbussen op Leyland chassis. Naast de verschillende lengtes zijn hier ook nog allerlei andere varianten bij, zoals bijvoorbeeld toerbussen. |
|
In november 1969 leverde Den Oudsten de eerste prototypes op DAF MB200 chassis. De carrosserie was hetzelfde als bij de Leylands en ook conceptueel was het chassis grotendeels gelijk aan de Leyland-Den Oudsten LOB. In enkele jaren tijd nam DAF de leidende positie van Leyland over en tot 1988 bouwde Den Oudsten 3013 10 en 12 meter bussen op dit chassis. Ook hier waren er weer vele varianten; verschillende fronten, wielbasis, interieur, deurindelingen, enzovoort. Naast deze gewone dieselbussen werden ook nog 10 trolleybussen voor Arnhem op dit chassis gebouwd en 151 gelede bussen. Speciale varianten waren 3 bussen op DAF SB210 chassis met achterin geplaatste motor en 34 op DAF TB chassis met frontmotor. Een bibliotheekbus werd gebouwd op een DAF FA vrachtwagenchassis. In totaal bouwde Den Oudsten 3212 standaard streekbussen op DAF chassis.
|
|
|
|
Op Volvo chassis bouwde Den Oudsten 84 bussen, waaronder 10 gelede. Hoewel de eigenlijke NS dochterbedrijven oorspronkelijk geen Volvo’s kochten, deden enkele andere bedrijven dit wel. De belangrijkste waren de TET en de BBA, maar ook kleinere privé bedrijven kochten Volvo’s. Hierbij hoorden Harmanni, Tensen en Smits. Als gevolg van de overname van Tensen door de VAD kocht ook dit bedrijf wat Volvo -Den Oudsten bussen. |
|
Mercedes Benz -Den Oudsten
|
Het Gemeente Vervoer Bedrijf Dordrecht was sinds de oprichting in 1957 een vaste klant van Mercedes Benz. In de zestiger jaren had men reeds een groot aantal Mercedes Benz O302 met Den Oudsten carrosserie gekocht. Daarna was men overgestapt op bussen met fabriekscarrosserie of met een CSA I standaard carrosserie van Hainje. In de periode 1979-1986 kocht men echter weer bussen met Den Oudsten carrosserie. Doordat deze allemaal hun Mercedes front behielden zagen ze er niet echt als standaardbussen uit. Als eerste kwamen in 1979 vier bussen, de 13-16, op een kort Mercedes O303 toerbuschassis. Deze waren bedoeld voor de interlokale lijn naar Werkendam en moesten met een veerpont met zijlading meekunnen, wat de reden was voor de aankoop van deze hogere en kortere bussen. De volgende drie series waren op het Mercedes Benz O305 stadsbuschassis gebouwd, maar waren wel onderling verschillend. De 17-22 uit 1982 hadden een normaal O305 front, de 30-35 uit 1984 en de 36-43 uit 1986 hadden het zogenaamde STULB (Duitse streekbus) front. De 36-43 verschilden van de 30-35 door hun geplakte ruiten. Ook hadden ze een eenbladsvoordeur, maar de 30-35 kregen die later ook. Inmiddels zijn al deze bussen afgevoerd.
KLIK HIER VOOR EEN BOUWLIJST
|
|
|
|
|
GVBD 13-16
Mercedes Benz O303/11R
|
GVBD 17-22
Mercedes Benz O305
|
GVBD 30-35
Mercedes Benz O305-STULB
|
GVBD 36-43
Mercedes Benz O305-STULB
|
|
De eerste gelede bussen in Nederland sinds de vijtiger jaren werden op Mercedes Benz O317 chassis gebouwd. Het Gemeente Vervoer Bedrijf Amsterdam kreeg een serie met Hainje carrosserie van het CSA I model en Westnederland kreeg 2 series van in totaal 22 bussen met Den Oudsten standaard streekbus carrosserie. De 7792-7799 kwamen in 1976, de 7800-7813 kwamen in 1978. Ze waren in de toen gebruikelijke standaarduitvoering met rode banken en hadden vier deuren. |
|
|
Het KLM Autobusbedrijf kocht ook zijn bussen centraal in maar wilde zich toch graag onderscheiden van de normale lijndienstbedrijven. Men kocht van 1974 tot 1981 in totaal 32 bussen op Neoplan chassis, waarbij de latere series een nieuw model front kregen. De eerste 4 bussen, de KLM 3070-3073 waren gebouwd op Neoplan N316NL-chassis met DAF motor en hadden een normaal standaard front. Wel hadden ze een hoger passagiersgedeelte waardoor er extra bagageruimte onderin de bus ontstond. In 1975 kwamen er weer twee bussen, de 3074-3075. Deze werden gebruikt voor rondritten en waren gebouwd op Neoplan N316K-chassis met Volvo motor. De hierop volgende 26 bussen kregen een nieuw model front waardoor ze er meer als echte toerbussen uitzagen. In 1976 kwamen de 3076-3081, in 1977 de 3084-3089, in 1978 de 3090-3097, in 1979 de 3021-3024 en tenslotte werden in 1981 nog de 3031-3032 gebouwd. Deze laatste werden echter wegens afgenomen vervoer door de KLM pas in 1983 in dienst gesteld. De 3021-3024 en 3031-3032 hadden als chassisbetiteling Neoplan N316-DAF, de overige Neoplan N316NL-DAF. Van deze 26 bussen waren er 3, de 3080, 3081 en 3097, ingericht als toerbus zonder staanplaatsen. Ze hadden ook een andere beschildering met witte strepen. De overige bussen waren lijnbussen met 43 zitplaatsen, een bagagerek en enkele staanplaatsen. De laatste van deze bussen werden door de KLM al in 1988 ingeruild.
KLIK HIER VOOR EEN BOUWLIJST
|
|
|
|
|
KLM 3070-3073
Neoplan N316NL-DAF
|
KLM 3074-3075
Neoplan N316K-Volvo
|
KLM (23x)
Neoplan N316(NL)-DAF
|
KLM 3080,3081,3097
Neoplan N316NL-DAF
|
|
|
Tenslotte bouwde Den Oudsten in 1978 en 1979 in totaal 6 bussen voor twee Franse bedrijven. Deze waren gebouwd op Scania BR86 en BR116 chassis. De op BR86 chassis gebouwde bussen hadden een smalle uitstap achterin, de BR116 bussen hadden een brede middenuitstap en een bagagerek achter de chauffeur. De bussen hadden een KLM-front en waren in een semi-toer uitvoering. De eerste bus ging naar Rogier Hamol, de andere 5 naar Philibert.
KLIK HIER VOOR EEN BOUWLIJST
|
|
|